In de bestralingsruimte hangen lampen aan het plafond met afbeeldingen van bomen met lente bloesem. Het is net alsof je door een dakraam kijkt waar het altijd lente is. Nu de bestraling klaar is, gaat in de echte wereld de echte lente beginnen en de echte bloesem gaat in bloei. Met dat lente gevoel heb ik er meer moeite mee dat ik de dag nog niet vol houd zonder middag slaap. Het is net alsof ik nu meer besef dat ik dingen mis.
Aan de buiten kant lijkt alles goed te gaan, de nagels van mijn vingers gaan er steeds beter uit zien en mijn wimpers en wenkbrauwen komen langzaam terug. Mede dankzij het polijst blokje van een vriendin kan ik mijn duimnagel die halverwege gescheurd is weer glad maken, zodat ik niet overal achter blijf hangen. Maar mijn teennagels beginnen af te brokkelen als een stukje extra oude kaas. Mijn kleine teennagel is er een week na de laatste bestraling helemaal afgebroken. Alleen de grote teennagels zijn nog heel maar die zijn helemaal geel en zitten zo los dat ik ze omhoog kan bewegen, dat zal dus ook wel afvallen over een tijdje. Ook doen mijn teennagels nog steeds pijn. Ik wordt soms ‘s nachts wakker omdat er te veel druk op mijn teennagels is, en de meeste zomer schoenen knellen te veel waardoor ik ze maar niet draag.
Mensen vragen vaak of mijn haar al begint te groeien. Hoewel je vaak hoort dat mensen blij zijn als ze hun haartjes weer zien groeien, ben ik teleurgesteld. De eerste haartjes zijn namelijk hartstikke wit, er was nog wat blijven staan en dat is donker, maar alles wat nieuw gaat groeien is spier wit… Hoewel dat natuurlijk niks ergs is vergeleken met lichamelijke beperkingen, ben ik teleurgesteld en durf ik mijn muts pas af tijdens de meivakantie. Tot die tijd is het nog heel koud en kan ik nog geen briesje in mijn nek verdragen, dus blijft de muts op zowel binnen als buiten. Maar tijdens de eerste zonnige dagen, wordt het me te warm. Ik zet mijn muts af en tot mijn verbazing vinden anderen mijn haar hip. Ik krijg zelfs de vraag hoe ik het zo leuk geverfd heb. Nou dat is dus puur coupe Corona-chemo.
Na een lange tijd weinig doen, is het altijd moeilijk het leven weer op te pakken. Na een zwangerschapsverlof is het wennen op je werk. Maar uiteindelijk lukt veel wel weer. Nu duurt het allemaal nog langer en voelt mijn lijf nog minder mijn eigen lijf. Het lijkt in rap tempo verouderd, mijn spieren moeten in beweging blijven anders wordt ik stijf en na een uur intensiever bewegen ben ik moe. In de ochtend moet mijn lijf op gang komen, maar ook na een uur op de bank hangen. Mijn concentratie voelt eigenlijk net zo stijf. Na uur een online meeting bijwonen, duik ik mijn bed in. Ik vraag me af hoe ik het weer beetje bij beetje moet opbouwen. En dan wordt er ook nog gezegd dat het belangrijk is alles te verwerken. Soms doe ik alsof er niks gebeurd is, maar soms overvalt me het verdriet van wat me is overkomen en hoe dankbaar ik moet zijn dat ik ‘schoon’ ben, en angst stop ik het liefst weg. Dit is allemaal normaal hoor ik van de zorgverleners om me heen. En om me daarbij te helpen is er oncologische revalidatie.
We beginnen met een intake van de oncologische revalidatie. Ik zie een sportarts die ik nog ken vanuit mijn werk bij bewegingswetenschappen, een psycholoog en een ergotherapeut. Alledrie zeggen ze dat ik geduld moet hebben en dat het na de laatste behandeling zeker nog een jaar duurt voordat ik op het maximale niveau ben. Het begin gaat meestal wel wat sneller dan het laatste stuk waarschuwen ze. En ze vragen me wat mijn doel is… tja terug de oude worden, kan dat? Het antwoord is dat het goed is om een uitdagend doel te hebben, maar de vraag is: wat houdt dat dan in je oude ik? Tja, de thuisdingen delen met Niels, opstaan met de kinderen, ze op de fiets naar school of kinderopvang brengen, 32 uur per week werken, boodschapje doen, kinderen halen, koken en ondertussen een wasje opvouwen, eten en dan in de avond nog tijd hebben om wat voor mezelf doen variërend van een film met Niels tot naar yoga of een stukje op de fiets. Oh wat klinkt dat als veel en nog ontzettend ver weg als ik het zo vertel aan de ergotherapeut.
Na de intake krijg ik bericht dat ik op de wachtlijst sta voor het totale programma, sommige delen in een groep en sommige delen individueel. De eerste afspraak met de sportarts is in de meivakantie: een maximale fiets test. Ik voel me dubbel. Mijn fysieke conditie is goed, op de Vo2max fiets test 10 minuten protocol scoorde ik boven gemiddeld voor mijn leeftijd, daar mag ik trots op zijn. Maar dat is het dan, daarna moet ik mijn bed in. Na een stuk fietsen of een flinke wandeling ben ik echt heel moe en dat was ik eerder nooit… dat deed ik er gewoon even bij.
In de meivakantie wil ik er voor de kinderen een echte vakantie van maken, maar Niels kan geen twee weken vrij nemen. Mijn petekindje wordt een meter, dus dat moet gevierd worden! Rijden naar Delft is nog wat te veel voor me. Daarom haalt mijn vader mij en de kinderen op en we logeren bij mijn zus. De corona maatregelen beperken ons verder tot in en rondom huis spelen en bijkletsen, maar meer hebben we niet nodig, meer kan ik niet aan. Mijn schoonmoeder komt ons weer halen en brengt ons thuis.
Het tweede weekend krijgen we een fantastisch cadeau van een collega van Niels: een weekendje Landal Cauberg. Wat een prachtige plek om helemaal weg te zijn en op te laden met bubbelbad, BBQ en heerlijke lounge set. We hebben ook prachtig weer, de kinderen genieten van de vele speeltuinen en samen wandelen we naar Valkenburg voor een ijsje. We bezoeken het drielanden punt in Vaals waar we mijn tante en neefjes even zien. We moeten alleen nog even terug voor mijn AstraZeneca vaccinatie. En wanneer we terugrijden blijkt er nog wat over voor Niels, oh wat fijn allebei onze eerste prik! En mijn Moederdag is echt helemaal af met een lekkere BBQ.
Het derde weekend rijden we naar de opa’s en oma. Het is toch fijn om gewoon eens ergens anders te zijn. Ik ga even naar een goede vriendin die daar in de buurt woont. Het lijkt even bijna weer gewoon. De week erna merk ik dat de vakantie heel leuk, maar toch wel te veel was. Ik pak mijn rust als de kinderen naar school en de opvang zijn en ik slaap me onnozel.
In het Pinkster weekend krijg ik bezoek van een vriendin uit Vleuten. We wandelen over de berg. Het is geen lekker weer, maar toch genieten we van een lunch op het terras. De dag er na wandelen we met het gezin een lekker stuk bij Valkenburg. Ik koester alle fijne momenten, maar pak wel elke dag een middagslaapje. We grappen erover dat nu we de afgelopen 3 jaar om de slaapjes van Jonas moesten plannen, daarvoor om die van Lena en nu om die van mij. Tja het is even niet anders, hopelijk hoeft het over een tijdje niet meer.
Op de verjaardag van Niels pak ik voor het eerst de mountainbike, opa en oma gaan met de kinderen naar de kinderboerderij, dus we hebben de tijd. We genieten samen van de zon, het heuvelland, de stoffige paden, klaprozen en koffie met vlaai. De rest van de middag lig ik in bed, maar dit was het helemaal waard! Dus tja … soms tel ik mijn zegeningen en ben ik trots op wat ik fysiek kan, maar soms baal ik van dat dat nu alles is, wat er in zit.
Inmiddels ben ik uitgenodigd voor alle modules van de revalidatie. Op maandagochtend ga ik sporten bij de fysio (en ik moet twee keer per week zelf thuis trainen vanwege Corona), dinsdagochtend de psychologische module, en om de week op donderdag bij de ergotherapie. Kortom tot aan de zomer ben ik wel bezig. Maar ik vind het heel fijn om steun te krijgen bij het opbouwen!





























