Om 7 uur moet ik nuchter in het ziekenhuis verschijnen. Om half 8 wordt ik uit de wachtkamer gehaald. Vanwege Corona mag Niels alleen op de kamer blijven en niet mee naar de andere afspraken. Dus dan kan hij maar beter naar huis gaan. Om 8.15u ga ik dus alleen naar nucleaire geneeskunde voor het poortwachters klier onderzoek. Daar krijg ik een vloeistof ingespoten die ik een half uur moet inmasseren om de eerste lymfeklier (de poortwachter) te lokaliseren. Meestal lukt dat in een keer. Bij mij gelukkig ook, dus de scan is geslaagd en drie kwartier later mag ik met de resultaten in een envelop weer naar de afdeling. Ik voel me slap en heb honger. Mensen die me een beetje kennen begrijpen vast hoe ik me voel als ik niet mag eten. En sinds de chemo komt die gruwelijke smaak van chemo terug zodra ik niet genoeg drink… dus ik ben al weer lekker misselijk. Wat duurt wachten lang als je niks mag eten of drinken en geen afleiding hebt, ik kan me niet focussen op een boek of tijdschrift. Ik kijk wat op mijn telefoon. Ik schrijf mijn blog aan elkaar, maar kan de spelfouten er niet meer uithalen.
In de wachtrij voor de OK komen de chirurg en plastisch chirurg me vertellen wat de behandelingen zouden kunnen zijn. Het klinkt anders dan wat er twee dagen ervoor besproken is. Een van de opties is een deel nu en een deel bij een volgende operatie, met wederom narcose. Ah nee, dat was niet wat we twee dagen ervoor hadden besproken als opties voor definitief operatie plan. En nee, ik wil niet nog eens dat geregel en nog eens 6 weken herstel, niet voor mezelf, maar ook niet voor Niels en de kinderen. Maar ja als de twee artsen echt denken dat het beter is, als het echt moet, dan moet het maar. Ik moet even gaan staan om op mijn lijf te tekenen wat ze kunnen gaan doen, ik voel me een zwabber. Dan gaan de artsen weer. Een verpleegkundige rijdt me de operatie kamer binnen en de anesthesist doet me de groetjes van een goede vriendin. ‘Ah dus we moeten echt voorzichtig met je zijn’, knipoogt de chirurg. Ze maken nog wat grapjes en voor de injectie van de narcose me te veel pijn doet, ben ik al in slaap.
Ik word wakker gemaakt op de uitslaapkamer. Ze kunnen het beter wakkermaak kamer noemen: het is geen rustig uitslapen, maar je heel
hard je best doen om wakker te worden. En dat viel nog niet mee. Ik zag scheel en kon mijn ogen moeilijk open houden. Het favoriete ijsje van een astronaut heeft me een beetje bijgebracht (rarara wat is dat? Een klein raadsel dat Lena me geleerd heeft). En toevallig is dat ook mijn favoriete waterijsje. Dus langzaam kwam ik weer tot leven. Dan wordt ik naar de kamer gereden. Het is gek maar het lijkt alsof ik daar opnieuw wakker wordt. Ik ben benieuwd wat er gebeurd is, en hoe het gegaan is.
Als de chirurg en plastisch chirurg geweest zijn, is het me een beetje duidelijk. De chirurg heeft eerst weefsel verwijderd waar tumor zat, wat extra klier weefsel omdat de tumor niet te onderscheiden is van klier, en ze hebben twee lymfeklieren weg genomen. Daarna heeft de plastische chirurg wat klier en vetweefsel verplaatst om de ontstane holte weer op te vullen. Het is afwachten of het voldoende is, ze weten pas na de bestraling of er nog meer geopereerd moet worden, maar voor nu is de operatie geslaagd. Belangrijkste voor mij is nu of de weefsels die de chirurg heeft weggenomen tumor vrij zijn. Zo niet dan volgt nog chemo. Dus ik hoop van niet.
Ik lig alleen op de kamer sinds de operatie. Dat is fijn want anders moet je gordijn om je bed dicht vanwege Corona. Corona maakt zelfs een groepskamer nog ongezellig. Maar deze dag en nacht ben ik dus alleen. Wel krijg ik een bezoekje van de vriendin die in het ziekenhuis werkt. En gelukkig krijg ik ook bezoek van Niels, want tijdens het Corona tijd bezoekuur mag er één iemand komen. Ik heb niet eens energie voor meer. Wat appen lukt me nog net, maar telefoontjes sla ik af. Ik blijf een nachtje in het ziekenhuis, dat is maar goed.
Liggend in mijn bed zie ik enkel twee hechtingen. De plastisch chirurg noemt het kleine wonden van buiten, maar van binnen wel veel meer schade zeg maar. Ten behoeve van goed herstel mag ik de komende weken bijna niks. Na 2 tot 3 weken mag ik wat licht huishoudelijk werk beginnen te proberen. Dus ik vroeg wat valt daaronder? Nou bijvoorbeeld stoffen onder schouder hoogte, met een swiffer vegen, en koken… Dus ik zeg koken kan ik toch nu wel? Nou nee je mag geen pannen tillen of verplaatsen en niet in pannen roeren en geen zware dingen snijden. Maar je mag bijv wel een courgette snijden. Na 3 weken mag ik 10 minuutjes op de stadsfiets, na 4 weken autorijden, na 6 weken sporten en op de racefiets. Pfff… hoe ga ik dat volhouden?! Ik mag wel wandelen, gelukkig!
Thuis gekomen gaat het naar omstandigheden ok, de wond ziet er goed uit, veel paracetamol helpt tegen de pijn. Maar ik heb al pijn en ben al moe van zelf aan tafel eten. Ik moet gaan staan om mijn eten te snijden. Dus we hebben de eerste week elke dag hulp in huis voor mij en de kinderen. Ik moet voorlopig proberen zen te zijn, terwijl anderen om me heen de boel runnen, maar dat vind ik best lastig. Ik kan en mag minder dan tijdens de chemo. Dat vind ik maar moeilijk te accepteren, maar ik moet het er toch mee doen. De eerste tien dagen is er telkens iemand in huis om ons te helpen, achtereenvolgend de moeder van Niels, mijn vader en mijn tante. Dat is fijn en ook echt nodig, en maken er wat gezelligs van.
En dan gaan we op controle bij de chirurg en krijgen we de uitslag van de patholoog. Er zijn geen tumor cellen meer gevonden in het weggenomen weefsel en de lymfeklieren. Alle tumor resten zijn weg?! Dus nu hoef ik geen aanvullende chemo, maar alleen nog bestralen en herstellen?! Ik kan het bijna niet geloven. Natuurlijk kunnen ze geen garanties geven, maar het is het best denkbare resultaat op dit moment. Ik voel me leeg, ik zou toch opluchting moeten voelen, gaat dit over mij? Is het voorbij? Ik kan het niet echt bevatten. In de auto naar huis besluiten we langs Lemmens, de locale patisserie te rijden. Ik kies een grote grenache, dat was ook onze trouwtaart, om het te vieren. Pas als ik tegen mijn vader zeg dat we mogen vieren dat het weg is, begint het voor mij werkelijkheid te worden.
Ik mag dus niet sporten maar ga wel elke dag wandelen, soms wat meer soms wat minder, vaak dezelfde rondjes door het bos, door Jekerdal, door de groeve, en soms wat functioneels zoals een rondje boodschappen op de markt met mijn vader en met mijn tante loop ik naar chateau Neercanne. Ik ga langzaam, en mijn ‘kleine paadjes balans’ is nog niet de oude, maar we blijven oefenen. Ik doe niet veel, maar de dagen gaan wel gauw voorbij. Ik merk dat te voet Lena naar school brengen en halen wel veel meer energie kost dan fietsen, maar ik ben blij dat ik het kan doen. Ook probeer ik weer een keer per week met mijn werk mee te luisteren. Het is leuk om mee te krijgen wat ze doen, maar zelf wat oppakken is nog ver van mijn bed. Voor mij bestaan de dagen verder meestal uit Lena brengen, contact met een zorgverlener, wandelen, slapen en Lena halen, of dit in een andere volgorde.
Als ik weer iets meer zelf kan, is ook wel fijn om weer met het gezin samen te zijn. Hoewel we niet meer continu iemand in huis hebben, is de avond spits met twee kleine kinderen erg druk. Ik haal Lena, maar Niels moet de rest alleen doen: Jonas halen, eten koken, op tafel zetten, opruimen en kinderen naar bed brengen. We krijgen van verschillende mensen maaltijden aangeboden, en daar genieten we enorm van, want daarmee redden we het zonder extra hulp in huis. En het voelt ook heel luxe om telkens iets bijzonders te eten wat je zelf niet maakt. We zijn jullie dankbaar voor alle lekkers! Misschien moet ik op een later moment de recepten vragen en er een kookboek van maken.
Het best denkbare resultaat xxxxx.
Wat een groot en mooi nieuws Marieke!
Omarm jezelf en je wankele lichaam; elke dag wordt je weer sterker.