De avond dat ik mijn vorige blog postte stond ik voor de spiegel mijn tanden te poetsen en haalde mijn hand door mijn haar… oeps het laat los. Ja, ze zeggen dat het uit gaat vallen, dus ik wist het wel. Maar als je dan merkt dat je haren loslaten, schrik je toch. Het voelde voor mij dan ook echt letterlijk als loslaten, en als ik nou ergens moeite mee heb dan is het ‘los laten’. En dat is wat ik nu echt moet gaan doen, en dat is confronterend, emotioneel en dood vermoeiend.
Zenuwachtig zit ik de dag er na in de stoel bij de chemo, ik heb de ochtend de ramen gewassen samen met de poetshulp. Ik moet in beweging blijven, dus dit is vandaag mijn workout. Dan kan ik tenminste goed naar buiten kijken de komende week. Mijn bloedwaarden zijn goed, de arts zegt dat het goed gaat, ik voel me ook goed, op mijn loslatende haar na denk ik dan, maar toch ben ik zenuwachtig want wat zal deze chemo met mijn lichaam doen? Niks is zeker.
De chemo gaat goed, en zoals de arts zei ‘als je hier heen kan fietsen, kan je na de chemo ook terug fietsen’, dus dat doe ik. Direct na de chemo gaat alles weer langzaam voorbij in een soort van waas voor mij. Behalve dat ik nu meteen medicatie neem om de misselijkheid onder controle te houden en me continu flink zorgen maak over of mijn haren lang genoeg blijven zitten. Donderdag heb ik pas een afspraak bij de kapper om het af te laten scheren, maar het wordt al flink dunner, is dat nog wel op tijd? Ik slaap wel beter dan na de vorige chemo en de misselijkheid is minder heftig. Toch wordt ik nog steeds verrast door wat me nu wel of niet smaakt.
Gelukkig wordt ik donderdag wakker met nog best wat haren. Samen met mijn tante ga ik naar de kapper. Ik voel me sterk want we zijn op tijd, ik heb nog best wat haar, en de pruik die ik gekozen heb, zit best goed. Ze beginnen mijn haren te knippen, dat is gek, zo kort. Ik laat ze ook 3 plukken in een elastiekje binden. Een voor Lena, dat had ze gevraagd, dan ook maar een voor Jonas en een reserve. Dan wordt het gewassen en wordt het gemillimeterd met de tondeuse. Helemaal kaal is te confronterend zeggen ze en het kan pijn doen omdat de haarvaatjes verstopt en ontstoken raken. Tja doe dat dan maar niet. Het gemillimeterde resultaat is eigenlijk best stoer. Ik had toch militair moeten worden, denk ik nog. Dan wordt de pruik verder in model geknipt, en pas ik nog wat mutsjes. Het is ontspannen en gezellig met mijn tante. Wel vind ik het spannend of Lena de pruik accepteert. Want voor haar doe ik het vooral. Als we haar ophalen bij de BSO zeggen we niks, halverwege de terugweg vraag ik haar wat ze van mijn haar vindt… ‘oh mam, is dat je pruik, laat me eens kijken, ik had het nog helemaal niet gezien!’ was haar eerste reactie. Ze wil even voelen, ‘het voelt wel gek mam, hoe voelt het voor jou?’. Ja voor mij voelt het ook gek. De volgende dag breng ik Lena met pruik naar school, zoals ze gevraagd had. Ik ben blij dat dit deel goed is gegaan.
Vrijdag ben ik heel moe, de dag bij de kapper was iets te veel, ‘s avonds voel ik dat mijn wang geïrriteerd is en mijn hoofdhuid doet heel erg pijn. Zaterdag gaat het niet veel beter. Ik stap onder de douche en de speciale shampoo verzacht de pijn op mijn hoofd, maar ik spoel voor mijn gevoel al mijn haren van me af, of nog meer… het voelt alsof ik alle haren van een labrador die flink in de rui is over me heen spoel. Het douche putje is overladen met haren… Die middag komt een goede vriend vanuit Drenthe langs en ik doe mijn best me goed te houden, maar kom er achter dat mee wandelen en kletsen me zelfs te veel is. Ik draai om, loop alleen terug en duik mijn bed in. Die avond is zelfs op de bank zitten me te veel. Ik pak de kalender om te kijken wanneer mijn vader en mijn zus het kunnen komen helpen, ik lees ‘herfstvakantie Lena en Marike’ en dan stort ik in. Wat is er nog over als je niet eens meer de energie hebt voor hulp of een babbeltje met mensen die gezellig langskomen… hoeveel moet ik los laten? De tweede week na de chemo zou toch het moment moeten zijn dat het beter zou gaan? En dit is pas de tweede chemo… hoe ga ik dit volhouden? Zondag doe ik niks. Maandags heb ik een kort bezoekje van een vriendin uit Utrecht, ze brengt me namens een groep lieve vriendinnen een enorm zachte en warme knuffel deken voor op de bank. Ik voel me weer even wat beter en wandel met Niels in het bos van Neercanne en de zon schijnt, het lijkt wel even vakantie. Op dinsdag ben ik bij een online teammeeting van mijn werk, ik wordt er blij van mijn collega’s te horen vertellen over de leuke dingen waar ze aan werken. Maar hoe graag ik het ook doe, toch kosten die leuke dingen me wel energie. Ik laad me dagelijks op voor een klein wandelingetje, maar ook duik ik elke middag onder de wol. Het is herfstvakantie, waardoor een aantal me mensen graag even opzoeken, maar ik trek het totaal niet. En dit zou de goede week moeten zijn… ik had gehoopt met Lena nog wat leuks te doen, maar ze moet elke dag naar de BSO. Gelukkig kan ze ook een dag spelen bij een vriendinnetje, ik krijg gezellige foto’s van taart bakkende giebelende meisjes en geniet van haar plezier! Ik hoop telkens dat het moment komt dat ik me fitter voel, maar helaas voel ik me elke dag een beetje slechter. Soms heb ik zelfs de fut niet om te reageren op de lieve appjes, en bellen gaat al helemaal niet. Eind van de week bel ik maar weer met het ziekenhuis. Ik heb een loopneus net als de kinderen, mijn mond is geïrriteerd, praten gaat moeilijk, ik kan mijn mond nog maar nauwelijks openen en mijn linker amandel zo dik dat slikken bijna niet meer gaat, en het wordt maar niet beter. De verpleegkundige aan de telefoon stelt me gerust dat dit er echt bij hoort, ze hebben er geen lapmiddel voor, veel slapen, veel zout spoelen, kopjes salie water en kamille thee en rusten is het enige wat ik kan doen. En in veel gevallen gaat het wel weer over voor de volgende chemo. Nou dat hopen we dan maar. Mijn vader en zijn vriendin komen met een auto vol boodschappen, ook hebben ze voor me gekookt. Hoe graag ik ook zou willen is samen eten me te veel, dus eind van de middag rijden zij weer naar huis en lig ik op de bank. Het lijkt er in het weekend op dat het wat beter gaat, ik maak weer een wandeling met een vriendin en klets weer fijn, maar zondag houd ik me toch maar rustig.
Maandag wordt ik wakker en gaat het ineens echt voelbaar beter, ik kan mijn mond weer verder open doen. Ik heb meer eetlust en ik wil wel fietsen! Dus dat doe ik, een uurtje in de zon met Niels. Ik wil via de Mathieu van der Poel Allee, dat is zo’n mooi weggetje, misschien kan ik dat nu nog. Niels twijfelt tot we de Bemelerberg opgereden zijn. We doen het gewoon. En dat was genieten. Na een uur zijn we weer thuis, ik douch, lunch en ga slapen. We hebben 4 van de 20 weken chemo gehad, dat is al een vijfde! Ik ben weer even mezelf en voel me opgeladen voor de volgende chemo.

